Swen Nater en Johnny Bach konden elkaars (Nederlandse) bloed wel drinken

Swen Nater, in 1976 de tweede Nederlander ooit in de NBA, heeft geen goede herinneringen aan een andere half-Nederlandse NBA’er, de voormalige coach Johnny Bach.

Bach (overleden in 2016) was in de jaren negentig assistent-coach bij de Chicago Bulls van Michael Jordan. Lang daarvoor, in 1972, verdiende hij al zijn sporen als assistent bij het Amerikaanse basketbalteam dat meedeed aan de Olympische Spelen in München.

Nater, met wie ik momenteel contact heb voor mijn boek, nam wel deel aan de selectierondes voor het team maar zou uiteindelijk niet naar München afreizen. Volgens de nu 69-jarige Nater was dat mede te wijten aan Bach, die het om een of andere reden niet zag zitten in de 2,11 meter lange universiteitsspeler van UCLA.

Volgens Nater een direct gevolg van de afgunst van Bach richting de zeer succesvolle UCLA-coach John Wooden. “Wooden waarschuwde mij daar al voor, dat veel coaches UCLA haatten”, aldus Nater. De trainingen van Bach waren zo pittig dat Nater flink afviel tijdens de voorbereidingen. Na de trainingen kreeg hij geen hap door zijn keel. Bach stond echter niet toe dat Nater op een later tijdstip alsnog zou eten. Mede uit onvrede over de rigide sfeer is Nater toen opgestapt. “Toen de pers vervolgens vroeg waarom ik was gestopt, deed Bach het voorkomen alsof ik niet voor een andere coach dan Wooden zou willen spelen.”

Maar boontje kwam om zijn loontje. Tot grote frustratie van Bach – en de halve sportwereld – verloren de Amerikanen in de finale van de Russen, tijdens een van de meest controversiële sportwedstrijden ooit.